Regelement

Inschrijving

  1. Door inschrijving gaat de deelnemer akkoord met dit regelement
  2. Inschrijven kan tot de op deze website aangegeven inschrijvingsdatum. Na deze datum is geen inschrijving meer mogelijk
  3. De organisatie behoudt het recht deelnemers te weigeren en/of uit de optocht te verwijderen indien deze zich niet aan het regelement houden
  4. Bij inschrijving geldt nog GEEN automatische deelname aan de optocht.
  5. Karrenbouwers worden gekeurd en krijgen een mail wanneer het startnummer kan worden opgehaald.
  6. Bij het afhalen van de startnummers dient € 5,00 startgeld te worden betaald. Dit ter dekking van gemaakte kosten.
  7. Het startnummer dient op de voorzijde van de tractor/wagen duidelijk zichtbaar getoond te worden.
  8. Eventuele boetes/wegsleepkosten worden door de organiserende vereniging verhaald op de deelnemende groep. Aanspreekpunt en eerste betrokkene is de contactpersoon. Bij inschrijving verklaren jullie automatisch dat je hiermee akkoord gaat.

Voorschriften optocht

Voertuig (Combinatie)

  1. Het voertuig(combinatie)dient aan de volgende aanvullende eisen te voldoen:
  2. Het te slepen voertuig dient uit minimaal twee assen te bestaan.
  3. Het voertuig dient, ongeacht het ledig gewicht, voorzien te zijn van een reminrichting met een minimaal te behalen remvertraging van 2,40 meter per sec², die gelijktijdig in werking treedt bij het in werking treden van de remmen van het trekkend voertuig.
  4. Voertuigen moeten in goede staat van onderhoud verkeren zoals luchtbanden-, chassis-, vering-, stuurinrichting-, koppelingen.
  5. Voertuigcombinaties dienen stevig en stabiel te zijn.
    Het trekkend voertuig dient te zijn afgestemd op de lengte, breedte en gewicht van het te trekken voertuig.
  6. Bij wagens waarop personen worden vervoerd dient een deugdelijke railing ter beveiliging te zijn aangebracht, verder moet de wagen van een deugdelijke trap te zijn voorzien.
  7. Het voertuig dient zodanig te zijn ingericht dat er geen mogelijkheid bestaat dat personen van de wagen af kunnen vallen.
  8. Omvang-, breedte-, lengte-, hoogte van de wagens, al dan niet door een voertuig voortgetrokken moeten van dien aard zijn dat deze de voorgeschreven route kunnen volgen zonder oponthoud, stremming of gevaar voor derden opleveren. Alle wagens dienen op een deugdelijke manier aan de voor-, achter- en zijkanten dicht te zijn zodat de wielen worden afgeschermd, waarbij aan de onderzijde een vrije ruimte aanwezig moet zijn van minimaal 35 centimeter.
  9. Indien de afstand van de onderzijde van het voertuig meer bedraagt dan 0,35 meter dient het voertuig: a. aan de achterkant te zijn voorzien van een stootbalk; b. aan de zijkant te zijn voorzien van en zijdelingse afscherming;
  10. In de aanhangwagen dient een deugdelijke en eenvoudig te bedienen voorziening aanwezig te zijn om in geval van nood, de bestuurder van het trekkende voertuig tijdig te kunnen waarschuwen.
  11. Alle wagens/aanhangers dienen te voldoen aan de technische eisen zoals in de Wegenverkeerswet zijn gesteld.
  12. Het voertuig mag geen vrachtwagen/dieplader zijn. Dit in verband met de optochtroute en de te nemen bochten.

Organisatie

  1. Voor die activiteiten waarvoor politie-assistentie nodig is dient de vergunninghouder tijdig overleg te plegen met de politie.
  2. De optocht vindt plaats onder verantwoordelijheid van de ‘marsleider’.
  3. De ‘marsleider’staat in contact met begeleiders van de wagens en draagteindverantwoordelijkheid voor het veilig en ordentelijk verlopen van de optocht.
  4. Hij/zij treft alle noodzakelijke maatregelen die daarvoor nodig zijn.
  5. De ‘marsleider’ is direct bereikbaar voor de hulpdiensten.
  6. Tenminste 3 dagen voor de optocht wordt door de marsleider van de optocht bekend gemaakt aan de regiopolitie hoe hij/zij is te bereiken tijdens de optocht.
  7. Voor aanvang van de optocht worden alle bestuurders, begeleiders en deelnemers geïnformeerd over maatregelen die de organisator van de optocht heeft genomen om de optocht veilig te laten verlopen.
  8. De ‘marsleider’is ter zake kundig en is bekend met de veiligheids- maatregelen en aanwijzingen in gewone en ongewone situaties.
  9. Deelnemers aan de carnavalsoptochten dienen verplicht een identiteitsbewijs bij zich te dragen.

Besturen en Begeleiden

  1. Bestuurders van voertuigen mogen niet onder invloed van alcohol of drugs zijn en dienen te beschikken over een geldig rijbewijs voor een dergelijke voertuigcombinatie.
  2. Bestuurder moet voldoende zicht hebben naar alle zijden om goed met het voertuig /combinatie te kunnen manoeuvreren. Indien het uitzicht beperkt is dienen begeleiders de bestuurder te ondersteunen met aanwijzingen.
  3. Bij wagens getrokken door een gemotoriseerd voertuig is het verplicht om minimaal twee personen van tenminste 18 jaar tussen de ruimte van het trekkende voertuig en de wagen te laten meelopen om zowel de deelnemers als toeschouwers te beveiligen.
  4. Personen die op voertuigen of anderszins aan de optocht deelnemen mogen niet zodanig onder invloed van alcohol en/of drugs zijn dat voor henzelf of omstanders gevaarlijke situaties ontstaan. Indien dergelijke situaties zich voordoen dienen begeleiders van voertuigen passende maatregelen te nemen.

Vervoersbewegingen buiten de optocht

  1. Bij vervoersbewegingen buiten de optocht is het vervoeren van personen niet toegestaan op niet specifiek voor personenvervoer ingerichte voertuigen
  2. Het gebruik van geluidsinstallatie/versterkers buiten de optocht is niet toegestaan.

Snelheid

  1. De voortbewegingssnelheid van de optocht dient zodanig te zijn dat voor deelnemers aan de optocht en de omstanders geen gevaarlijke situaties ontstaan.
  2. Bij het vervoer van personen op voertuigen die niet specifiek voor personenvervoer zijn ingericht mag de voortbewegingsnelheid maximaal8 km/ uur bedragen.

Veiligheid

  1. Tussen de voertuigen(combinaties) van de optocht dient altijd een onderlinge afstand van minimaal 10 meter en maximaal 50 meter wordenaangehouden. Anderzijds bent u gehouden geen ‘gaten’ in de optocht te veroorzaken.
  2. Elke deelnemer verplicht zich ongevallen en onregelmatigheden te melden bij de marsleider van de optochtcommissie.
  3. Er mag door de deelnemers voor, tijdens en na de optocht geen stro of ander onveilig of onnodig vervuilend materiaal worden verspreid.
  4. Er dient gebruik gemaakt te worden van plastic bekers.
  5. Er dient een katoenen deken of een branddeken en een goedgekeurd functionerend brandblusapparaat aanwezig te zijn (wagens verplicht).
  6. Benzine/dieselaggregaten mogen niet ommanteld zijn. Deze aggregaten staan in een geventileerde bergruimte.
  7. Het is verboden om alarmpistolen, vuurwerk of losse flodders te gebruiken.
  8. Uitlaatgassen van trekkende of dragende voertuigen dienen goed afgevoerdworden zodat bedwelming voorkomen wordt.
  9. Het is niet toegestaan brandstoffen en/of gassen in de optocht mee te voeren, anders dan in de daarvoor bestemde tanks van voertuigen of motoren. Het vullen van een aggregaat dient met de daarvoor bestemde jerrycans op vooraf bepaalde locaties langs de route te gebeuren.

Geluid

  1. Gebruik van geluidsapparatuur is uitsluitend toegestaan gedurende de deelname aan de optocht, alsmede 30 minuten voor aanvang en 30 minuten na afloop van de optocht.
  2. Bij gebruik van een geluidsinstallatie dient het geluidsvolume dusdanig geregeld te worden dat dit geen schade aan het gehoor kan veroorzaken.Het geluid mag maximaal 90 dB (A) bedragen op 25 meter afstand van de dichtsbijzijnde gevel. Door het vaststellen van een geluidsnorm op de gevel wordt gegarandeerd dat de norm bij elke woning rondom het evenement gehandhaafd kan worden.